zondag 1 maart 2015

60 procent polio-patiënten kampt met nieuw syndroom.

De gevolgen van polio-epidemieën in de jaren 50 zijn veel groter dan gedacht. Zo’n 60 procent van de polio-patiënten kampt met het zogenaamde postpoliosyndroom (afgekort PPS). Dit is een nieuwe afname van spierkracht. Op dit moment gaat het om bijna 7000 patiënten. Het overgrote deel weet niet dat ze het syndroom heeft. 
Een deel van de mensen die ooit polio kreeg, blijkt zo’n 30 tot 35 jaar na de oorspronkelijke acute ziekte last te krijgen van nieuwe verschijnselen. Zoals vermindering van spierkracht, snelle vermoeidheid, en soms ademhalings- en slikproblemen.
De exacte oorzaak van PPS is nog onbekend. Niet alleen vermindert de kracht in spieren die door polio zijn aangetast. Soms komt het syndroom ook voor in voorheen normaal functionerende spieren.
De klachten van het postpoliosyndroom worden vaak niet herkend. Ze worden afgeschoven op algemene veroudering. Daarbij komt polio door het Rijksvaccinatieprogramma nauwelijks nog voor. Hierdoor is ook het postpoliosyndroom in Nederland een uitstervend fenomeen. Daardoor herkennen huisartsen het niet altijd. 
Daarnaast zijn er ook immigranten die polio hebben doorgemaakt in hun geboorteland. In het Amsterdam Medisch Centrum is dit 23 procent van de PPS-patiënten.
“Omdat bij PPS een andere behandelmethode nuttig is dan bij algemene ouderdomsklachten, is het belangrijk dat mogelijke patiënten, maar ook artsen weten van het bestaan,” aldus Frans Nollet, hoogleraar revalidatiegeneeskunde aan het AMC.
In Radio EenVandaag vertelt Frans Nollet wat het postpoliosyndroom is. Waarom krijgt de ene poliopatiënt het wel en de ander niet? En is het net als polio besmettelijk. En werkt het verlammend? Daarnaast vertelt Ria Bloemen (61) en PPS-patiënte haar persoonlijke verhaal. 
Klik hier voor het interview.